Diabetes Mellitus (Latijn) betekent ‘hongingzoete doorstroming’. Diabetes is een chronische ziekte die te maken heeft met het hormoon insuline en de glucosehuishouding in het lichaam. Daardoor wordt deze aandoening soms ook wel ‘suikerziekte’ genoemd. Alle koolhydraten die je eet en drinkt (suiker en zetmeel) worden door het lichaam omgezet in glucose. Die glucose dient vervolgens als energiebron voor je spieren, organen en hersenen. Insuline is echter nodig om de glucose op te nemen in de cellen; het heeft een soort sleutelfunctie. Bij mensen met diabetes wordt er of helemaal geen insuline meer aangemaakt, wordt het niet goed opgenomen of wordt er te weinig insuline aangemaakt door het lichaam. Er zijn meerdere subtypes, maar grofweg kun je diabetes in twee types indelen: type 1 diabetes en type 2 diabetes.

Type 1 diabetes

Type 1 diabetes is een auto-immuunziekte. Het afweersysteem valt door een nog onbekende oorzaak de cellen in de alvleesklier aan die insuline maken, de bètacellen. Hierdoor stopt de insulineproductie en kan de glucose uit de voeding niet worden opgenomen in de cellen. De glucose blijft in de bloedbaan en de cellen krijgen geen energie. Kenmerkend voor deze situatie is veel drinken, veel plassen, vermoeidheid en afvallen.

Langdurig hoge bloedsuikers zijn gevaarlijk, een lichaam kan namelijk niet lang zonder insuline. Langdurig hoge bloedsuikers kunnen tot complicaties leiden en als type 1 diabetes niet wordt behandeld is de ziekte dodelijk. Hierdoor is het direct noodzakelijk dat iemand met type 1 diabetes zelf insuline toedient of krijgt toegediend. Dit kan door meerdere malen per dag zelf insuline te spuiten of door middel van een insulinepomp. Omdat bij mensen met type 1 diabetes het lichaam (bijna) helemaal geen insuline meer aanmaakt, is het reguleren van de bloedsuikers geen gemakkelijke opdracht. Naast voeding en beweging hebben bijvoorbeeld ook slaap, ziekte, omgevingstemperatuur en hormonen invloed op de bloedsuikerspiegel. Bloedsuikerschommelingen zijn voor veel mensen met type 1 diabetes aan de orde van de dag. Er is momenteel niks dat je kunt doen om type 1 diabetes te voorkomen.

Type 2 diabetes

Type 2 diabetes kan op verschillende manieren ontstaan. Ouderdom, een ongezonde leefstijl en overgewicht kunnen type 2 diabetes veroorzaken, maar type 2 diabetes kan ook erfelijk zijn. De meeste mensen met type 2 diabetes maken nog wel zelf insuline aan, maar de cellen kunnen of de insuline niet meer goed opnemen of er wordt te weinig insuline aangemaakt door de alvleesklier. 

Omdat mensen met type 2 diabetes nog wel insuline aanmaken, kunnen veel mensen met een aanpassing van de leefstijl (gezonder eten, afvallen en meer bewegen) de bloedsuiker onder controle houden. Voeding en beweging hebben namelijk een groot effect op de gevoeligheid van de cellen voor insuline. Als een leefstijlaanpassing niet helpt kunnen er pillen worden voorgeschreven om de cellen gevoeliger te maken voor insuline. Als de aanpassing van de levensstijl en pillen niet voldoende werken en de gemiddelde bloedglucosewaarde blijft aan de hoge kant, kan een arts ook voor type 2 diabetes insuline voorschrijven. Type 2 diabetes kan in veel gevallen (maar niet in alle) voorkomen worden door voldoende te bewegen en gezond te eten.

Complicaties

Bij zowel type 1 diabetes als type 2 diabetes kunnen na verloop van tijd complicaties optreden. De duur van de ziekte en slecht gereguleerde bloedsuikerwaardes kunnen hier een oorzaak van zijn. Complicaties bij diabetes ontstaan doordat de kleine bloedvaten beschadigd raken door de hoge bloedsuikers. Hierdoor kunnen hart- en vaatziekten ontstaan, schade aan de nieren (nefropathie), schade aan de zenuwen in de voeten en benen (neuropathie) en schade aan het netvlies in de ogen (diabetes retinopathie). De complicaties van diabetes moeten apart behandeld worden.

Zwangerschapsdiabetes

Bij een zwangerschap is het lichaam door de hormonen tijdelijk minder gevoelig voor insuline. Bij de meeste zwangerschappen maakt het lichaam dan simpelweg meer insuline aan, maar bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dit niet. Dit kan soortgelijke klachten geven als bij het ontstaan van type 1 en type 2 diabetes zoals veel drinken, plassen en vermoeidheid, maar is ook niet goed voor de ongeboren baby. Er is bijvoorbeeld een kans dat de baby te groot wordt, met een lastigere bevalling tot gevolg. Behandeling bestaat eerst uit een dieet en een beweegprogramma, maar als dit niet helpt moeten sommige vrouwen tijdens de zwangerschap insuline spuiten. Na de bevalling is de zwangerschapsdiabetes in de meeste gevallen meteen over. Vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, hebben wel een verhoogde kans op het krijgen van type 2 diabetes op een later moment.

 

Voor meer informatie over type 1 diabetes kun je terecht op de website van JDRF Nederland

Voor informatie over type 2 diabetes kun je terecht op de website van Diabetes Vereniging Nederland (DVN). Heb je type 2 diabetes en gebruik je medicatie? Kijk dan eens op de website van onze partner ‘Keer Diabetes 2 Om’.

Voor informatie over zwangerschapsdiabetes verwijzen we je naar de website Thuisarts.